Een brute parel
Tanger maakt langzaam komaf met het verleden. Spionnen moet je er niet meer zoeken, een leven buiten de lijntjes evenmin. Toch oogt de stad ongelikter dan Marrakech en gaat iedereen er ongewild op zoek naar vervlogen tijden. Het maakt een bezoek aan de Marokkaanse stad extra boeiend.
Verdwalen in de medina, nippen aan een thee op de Petit Socco, kif roken met uitzicht op de Middellandse Zee. Heel wat schrijvers, artiesten en kunstenaars deden het in Tanger. The Rolling Stones kwamen er graag, couturier Yves Saint Laurent en partner Pierre Bergé hadden er een optrekje, schrijver Paul Bowles zou er meer dan vijftig jaar lang verhalen schrijven, met als grootste succes ‘The Sheltering Sky’. Voor hen werkte Tanger als een vrijplaats zonder voorgaande. En dat was Tanger ook echt. Van 1912 tot 1956 – toen Marokko onafhankelijk werd- deelde een handvol landen (Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië, Portugal, België, Zweden, Italië en de VS) er de lakens uit.
Tanger werd een soort West-Berlijn, een internationale zone waar iedereen er moeiteloos de hoekjes kon aflopen. In Tanger kon je zijn wie je wilde zijn. Je kon jezelf desnoods heruitvinden. Lange tijd was de stad een stukje Afrika vol vrijgevochten inwoners die met volle teugen van de ‘Interzone’ genoten. Criminelen en spionnen schreven er geschiedenis. In Tanger vonden talloze auteurs inspiratie zonder dat ze daar veel moeite voor moesten doen.
Zelf kwam ik een eerste keer in Tanger een kleine tien jaar geleden. De stad beklijfde omdat ze zo anders was dan pakweg Casablanca of Marrakech, waar zaken doen en toerisme dagelijks verstrengeld zitten en je online heel je trip kan voorbereiden. Tanger lijkt wat op Napels: onverzorgd bij een eerste aanblik, ruw en authentiek, een verborgen parel als je net iets verder durft te kijken. Die eerste uren in Tanger vergeet ik nooit: ik liep al meteen verloren in de kasbah, de omwalde oude stad, en daalde af naar de medina, waar verdwalen sowieso de enige optie was en ik me laafde aan geuren en kleuren. Op de ‘petit Socco’ werden vroeger openlijk drugs gedeald en trokken heren naar de hoeren, maar nu zit iedereen er aan de straffe koffie en is mensen kijken een dagelijkse bezigheid van velen.
Aan de ‘Grand Socco’ kan je lekker eten maar ook naar de cinema: Cinema Rif probeert al jaren écht het verschil te maken. Het is los van de films die ze er draaien een plek om te koesteren. Grafische opschriften, een café, een vriendenclub: alles wijst op een absolute inhaalbeweging waar ik als jonge Tangérienne deel van zou willen uitmaken.
Het hart van de stad barst van de referenties aan vroeger. Zoals Bowles het ooit schreef: ‘In Tanger is het verleden een realiteit die je opmerkt net als het daglicht.’ Realiteit en verleden lopen er sowieso door elkaar. In de medina koop je babouches en kan je onderhandelen over de prijs van een mooie tagineschotel. Toch moet je in Tanger mee je best doen om de schoonheid van de plek te zien en is het meer dan in Marrakech zoeken naar highlights. Al zijn die er. Zo zit onderaan de medina The American Legation, een geschenk van de sultan van Marokko aan de VS in 1821, een stukje VS in Tanger, waar Paul Bowles geëerd wordt met een heuse vleugel en zijn boeken en muziek de aandacht trekken. In Boekhandel Librairie des Colonnes wordt werk gemaakt van neergeschreven verhalen uit Tanger, die vroeger enkel mondeling werden overgeleverd.
Het is een snuisterplek voor wie van literatuur en geschiedenis houdt. Ook boeiend is het hotel El-Minzah in de Rue de la Liberté. Hier logeerde ooit zowat iedereen die iemand was, hier werden deals gesloten in Caid’s Bar, die overigens model stond voor Rick’s Café in Casablanca. De film welteverstaan. Het hotel heeft intussen een vijfsterrenstatus en de couscous smaakt, maar erg wild word ik niet van de huidige look and feel.
Geef me dan maar La Villa Mabrouka, het gloednieuwe project van Jasper Conran in Tanger. Conran, de zoon van Terence Conran, de oprichter van interieurketen Habitat, leerde de plek al een tijd geleden kennen en werd wild van de gedachte aan een hotel in wat hijzelf ’een oord van rust en kalmte’ noemt, ‘een plek waar je door de natuur omarmd wordt en bediend wordt op je wenken.’ Fijn detail: Villa Mabrouka was ooit het huis van Yves Saint Laurent en Pierre Bergé, die er vanaf 1999 regelmatig vertoefden. Dertig jaar geleden nam de bekende Franse decorateur Jacques Grange het onder handen, toen het in juni van dit jaar als boetiekhotel (met nauwelijks twaalf kamers) de deuren opende, droeg het de stempel van Conran zelf. Een excentrieke Britse designer die in de jaren tachtig nog eigen modecollecties op de markt bracht, maar de laatste jaren andere paden bewandelt. Conran ontdekte Villa Mabrouka (wat ‘gezegend’ betekent in het Arabisch) via een plaatselijke antiekhandelaar.
Hij was in eerste instantie naar Tanger gegaan om een tent te kopen die hij kon gebruiken voor excursies voor klanten die in zijn eerste hotel, L’Hotel in Marrakech, verbleven.
‘Toen ik door de deuren de tuin in liep, wist ik meteen dat dit mijn tweede hotelproject kon worden’, zegt Conran, wanneer we naar de aantrekkingskracht van de plek vragen. ‘Ik zal nooit die eerste sensatie vergeten toen ik uit de smalle straten van Tanger kwam en de groene en schaduwrijke binnenplaats van de villa opliep, vol bananen- en palmbomen. Daarna was er die ongelooflijke tuin met uitzicht op zee. Gevuld met stokrozen, Oost-Indische kers, rozen, agapanthus, bougainvillea, jasmijn en oranjebloesem.’ Maar het leidingwerk was verroest, een compleet nieuwe infrastructuur drong zich op, en er werden maar liefst 9 nieuwe gebouwen ontworpen en gebouwd. Toch heeft het huis nog steeds zijn oorspronkelijke vorm, met de originele tegels op de vloer. De kamers hebben nog steeds dezelfde vorm, de plafonds zijn allemaal even hoog. En de zee, die schittert, in het blauw van Marokko.
Saint Laurent wilde dat Villa Mabrouka de elegantie en schoonheid zou weerspiegelen van zijn ouderlijk huis in de jaren 1940 toen hij opgroeide in Oran in Algerije. Vandaag is het een mediterraan huis met de zachte nuances van Marokko. Precies wat Tanger verdient. Een unieke plek op een pracht van een locatie. Als je tenminste even voorbij de platgetreden paden wilt kijken.
Must-do adresjes:
- Galerie Tindouf, Rue de la Liberté 72
Plekje waar je op luttele vierkante meters verdwaalt tussen de vele tableaux, de handgemaakte potten en schalen en de mooiste textielobjecten. De eigenaar geeft toe dat kopers vaak meer besteden aan DHL dan aan het kopen van hun hebbeding zelf. Aanrader! - La Librairie des Colonnes, Boulevard Pasteur 54
Heerlijke plek, met een mooie selectie Franse literatuur, met aandacht voor Mahreb schrijvers, en een fantastische Paul Bowles afdeling. - Café Hafa, Marchanwijk, tegen de klif
The Rolling Stones kwamen hier roken en drinken, de schrijvers van The Beat Generation deden er inspiratie op voor hun romans. Ietwat buiten de stad gelegen, maar de moeite waard om mensen te kijken. Geen chique loungebar wel ruw Tanger ten voeten uit. - Cinema Rif, Plazce du 4 avril, grand socco
Oude cinema waar je binnen loopt en meteen voelt dat de jaren stilgestaan hebben. De vrouw die het verschil maakte, heet Yto Barrada. Je kan er ook lekkere koffie drinken en een versnapering eten. - Las Chicas, rue Kacem Guenoun 52, aan de Porte de la Kasbah
Leuke hebbedingen, van postkaarten tot accessoires, maar ook geestige selectie mode die een mix prijs geeft tussen twee werelden. - Laure Welfling, Place de la Kasbah 3
Laure maakt djellabahs van Westerse stoffen en weet als geen ander hoe de mix and match te bewerkstelligen. Ze heeft intussen ook een Parijs cliënteel. - El Minzah Hotel, Rue de la Liberté 85
In april 1930 opende dit luxehotel in Spaans-Moorse stijl voor het eerst de deuren. Het werd dé trekpleister van de jet-set en de literaire incrowd. Nu kan je er lunchen of gebruik maken van de bar die overigens model stond voor Rick’s Bar uit de film Casablanca. - Pianobar van de El Morocco Club,
Place du Tabor, Kasbah
Aperotime in een plek die toch even doet wegdromen naar een Tanger van vervlogen tijden. - Donabo Gardens
Route du Cap spartel Km 10
Een botanische tuin op een heuvel, met uitkijk op zee. Je kan er ook heerlijke tajines eten en zelfs kookles volgen, terwijl je op de uitkijk staat. Zo van: Waar is Gibraltar? - Fondation pour la Photographie
235 route de la Vieille Montagne
Sinds 2018 bracht het Franse koppel Françoise en Daniel Aron hier in zes zalen de beste foto’s bijeen van mensen met een hart voor fotografie én voor Marokko.
_Tekst: Veerle Windels