Now Reading
Rafael Nadal

Rafael Nadal

Spaanse vechter met een tic… of twintig

Hij is de absolute koning van het gravel. Eén van de allergrootste tennissers uit de geschiedenis. Een gentleman eersteklas, geduldig en respectvol. Een mooie jongen ook. Maar hij plukt zijn bilnaad, telkens als hij moet serveren of retourneren. En zo zijn er nog een tiental tics die de figuur Nadal op de baan typeren. Eén ding is zeker: ze lijken zijn tennisspel er alleen maar beter om te maken. Op zijn drieëndertigste blijft de Spanjaard tot het kruim van de tenniswereld behoren.

“Als ik altijd hetzelfde doe, ben ik gefocust en alert en denk ik alleen maar aan mijn tennis”

Rituelen

Rafel Nadal draagt het racket altijd in de linkerhand als hij de baan opkomt. Hij stapt niet op de lijnen, maar laveert ertussen als het moet. Tijdens de toss staat hij te springen als een bokser die zich klaar houdt voor een gevecht. Na de toss sprint hij als een bezetene naar de baseline. Wie Nadal een beetje volgt, heeft sowieso zijn tics al opgemerkt. Zijn ‘manías’, zoals de Spaanse pers ze noemt. Negentien rituelen zouden er zijn die Nadal soms op een licht dwangneurotische gek doen lijken. Zo rangschikt hij tussen de kantwissels zijn drankbusjes tot op de millimeter precies. Het bekendst is waarschijnlijk dat hij telkens zijn onderbroek of bilnaad plukt voordat hij een bal slaat. Vervolgens trekt hij aan zijn T-shirt, raakt zijn neus aan, strijkt met zijn hand langs zijn linkeroor, tikt opnieuw zijn neus aan om dan met de rechterhand langs zijn andere oor te gaan. Pas dan serveert hij. 

Topatleet

“Als ik altijd hetzelfde doe, ben ik gefocust en alert en denk ik alleen maar aan mijn tennis,” zei Nadal ooit over zijn ritueel gedrag op het court. Feit is dat zijn obsessief-compulsieve neigingen de kwaliteit van zijn spel lijken aan te scherpen. Nadal is elke wedstrijd 100% gefocust. Hij is een trainingsbeest, op het freaky af. Maar altijd weer geeft hij vol gas. De intensiteit die hij elke wedstrijd in zijn spel legt is haast ongezien. Nadal strijdt voor elk punt, gaat voor elke bal en loopt zich de pleuris. Fysiek en mentaal is hij ongelooflijk sterk. Op zijn best lijkt het wel alsof hij altijd een stapje voor heeft op andere spelers. Tegelijk is zijn lichaam zijn grootste vijand. Terwijl Djokovic en Federer zelden geblesseerd zijn, heeft Nadal tijdens zijn carrière zijn aandeel blessureleed meer dan gehad. Vooral de knie speelt hem regelmatig parten. Zonder de tegenkanting van het eigen lichaam stonden er waarschijnlijk nog een paar Grand Slamtitels extra in de kast. Negentien is ook niet slecht. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voor we Nadal nog eens in een Grand Slambeker zien bijten, zoals hij dat ritueel aan zichzelf verplicht is na elke tornooioverwinning.

__
Tekst: Bart De Maesschalck

Scroll To Top
Processing...
Thank you! Your subscription has been confirmed. You'll hear from us soon.
Nieuwsbrief Bo Magazine
Schrijf je nu in!
ErrorHere