Brussel noemt zich graag een van de Europese artnouveau-hoofdsteden. Maar ook de bouwstijl die daaruit is voortgevloeid en die kenmerkend was voor het interbellum, art deco, is ook nadrukkelijk aanwezig in onze hoofdstad. Brussel viert dit jaar trouwens het eeuwfeest van de stijlrichting. Voor uw lijfblad reden genoeg dus om op zoek te gaan naar extra spraakmakende voorbeelden en andere pareltjes in het genre. En route!
De speelse decoratieve elementen die de artnouveau-projecten van architecten als Victor Horta, Paul Hankar en co op het einde van de 19e en beginjaren van de 20e eeuw kenmerkten, zijn na de cesuur van Wereldoorlog I ingeruild voor strakkere lijnen en vormen, nieuwe bouwmaterialen en -technieken, zonder evenwel het ornamentele helemaal overboord te gooien -in tegenstelling tot het modernisme.
In België, vier jaar lang het strijdtoneel van die Eerste Wereldoorlog, moest aardig wat heropgebouwd worden, en daarbij bleven nieuwe ideeën van buiten de landsgrenzen niet onopgemerkt. Architect Josef Hoffmann had Brussel al in 1911 laten kennismaken met ideeën van de Wiener Werkstätte (Stocletpaleis aan de Tervurenlaan), en ook realisaties van Frank Lloyd Wright of Mackintosch misten hun effect niet. Voeg daarbij de villa’s en huizen die Henry Van de Velde in Duitsland had gerealiseerd als aanloop naar wat het Bauhaus in Dessau zou worden, en dan besef je hoezeer het denken over (woon)ruimte, inrichting, design en meer algemeen kunst in enkele decennia tijd danig is geëvolueerd.
In Parijs deed men daar nog een schepje bovenop, met de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in 1925, waar artistieke vernieuwing als basisvereiste gold. Gevolg: onder de noemer art deco ressorteren heel uiteenlopende stijlen en kunstuitingen, én ook architecten met een modernistisch palmares hebben wel eens art-decowerkstukken afgeleverd. Overigens, het begripis pas in 1968 ontstaan toen een kunsthistoricus kunst uit de jaren 1920 en ’30 als ‘art deco’ is gaan omschrijven.

Over jazz, roaring twenties en opkomende luxe
De jaren 20 worden wel eens ‘the roaring twenties’ genoemd, wilde jaren waarin (rijkere en gegoede) burgers het leed van de voorbije wereldbrand wilden vergeten en zich overgaven aan jazz, cinema en andere vormen van ontspanning (zoals het Kaaitheater). Hoe cinemazalen dat idee van modernisme in interieur, akoestiek en comfort belichaamden, kan je in de Brusselse Sint-Gorikshallen opnieuw ervaren (tot 11 mei). Twee Brusselse horecazaken passen eveneens in dit rijtje. Op wandelafstand van de hallen, in de Dansaertstraat, vind je een jazzcafe uit 1937, l’Archiduc. Ook van L’Espérance (Finisterraestraat) zijn gevel en interieur beschermd.
Brussel was eertijds bijlange nog niet zo uitgedeind als vandaag. Laken, Ukkel enzomeer waren ‘den buiten’ -wat ze net geschikt maakte om nieuwe ziekenhuissites te bouwen (zoals de Brugmannsite en Stichting Koningin Elisabeth). Gezondheid en ontspanning vloeien ook samen in het art-decozwembad van Sint-Joost-ten-Node, een van de vele parels die je tijdens het Banad-festival kon ontdekken.
De schitterende Villa Empain tegenover de ULB-campus of het iconische NIR-gebouw aan het Flageyplein en de vijvers van Elsene zijn pas in een later stadium ingekapseld in het stedelijk weefsel. Anderzijds, een heleboel architecten hebben zich in net dat interbellum bekwaamd in het ontwerpen van comfortabele appartementen en woningen (ook met materialen uit Congo) die beantwoordden aan de wensen van de burgerij en opkomende middenklasse. De blokken aan het IJzerplein en de Kanaalwijk, maar ook Residence Palace (Wetstraat), le Palais de la Folle Chanson (Generaal Jacqueslaan, Elsene) en Huis Haerens (Brugmannlaan, Ukkel) zijn mooie voorbeelden.


Vintage vandaag was een eeuw geleden opkomende luxe. Echoes of art deco (Villa Empain, tot 2 november) evoceert de verscheidenheid aan kunstuitingen: meubels, kledingstukken, keramiek en glasramen uit die periode zijn vaak gegeerde objecten geworden. Villa/Museum Van Buuren in Ukkel, gebouwd voor Nederlandse expats en kunstverzamelaars, toont beeldhouwwerk uit het interbellum (tot eind september). Ook in de vernieuwde zalen in de Musea voor Kunst en Geschiedenis en het BelVUE Museum toont men fraaie art-decostukken (vanaf juni).
Twee art-decoschatten kent u beslist: in hartje Brussel behoren ook het Centraal station en het Paleis voor Schone Kunsten/Bozar (allebei van Victor Horta) tot klassiekers in het genre. Wil u nog meer openbare locaties? Alleen al voor de monumentale inkomhal wil je wel eens naar het gemeentehuis van Vorst. Zelfs de Kerk heeft art deco omarmd: de basiliek van Koekelberg, de uit beton opgetrokken Sint-Jan Baptistkerk in Molenbeek of de Sint-Augustinuskerk in Vorst stammen allemaal uit het interbellum.


Elders ten lande, tot over de taalgrens
Uiteraard heeft niet enkel Brussel het alleenrecht op art-decopanden. Zijn naam is al gevallen: de gerestaureerde stadsbibliotheek van Leuven Tweebronnen is de facto de laatste creatie van Henry Van de Velde in ons land (1938). In de andere Dijlestad Mechelen zweeft het werk van architect Jos Chabot tussen art deco en nieuwe zakelijkheid. Standaardwerken over art deco verwijzen ook naar het oeuvre van Jef Huygh in en rond Antwerpen, onder meer in Deurne, en naar de iconische Boerentoren op het eind van de Meir.


Verrassend is beslist de veelheid aan art-decohuizen in Sint-Niklaas. De positieve economische conjunctuur in de lokale textielindustrie en dito bevolkingsgroei stimuleerde nieuwe huizenbouw in de stijl van die periode, maar telkens met lokale accenten en door plaatselijke architecten.
Nog verder westwaarts belanden we aan zee, in Knokke. Ook daar zijn bekende architecten aan de slag geweest: Van de Velde, Leon Stynen en Huib Hoste -al interpreteren wetenschappers Hostes ‘zwarte huis’ voor het gezin van dokter De Beir (Dumortierlaan) vooral als een manifest tegen art deco en een radicale keuze voor strak functionalisme. Een verborgen parel ligt op wandel- of fietsafstand (Sparrendreef): de minutieus gerestaureerde Villa Paquebot, een verwijzing naar de pakketbootstijl uit de jaren 30 (denk ook aan De Normandie in Koksijde), kan je als vakantiewoning afhuren. In Oostende wil je in Brasserie du Parc iets gaan drinken.

We hoppen nogmaals, over de taalgrens -want art deco liet zich niet door grenzen tegenhouden. Het stadhuis van Charleroi annex belfort en monumentale inkomhal, het monument voor de geallieerde oudstrijders annex Heilig Hartkerk op de Luikse Cointeheuvel (achter het station), het Maison du Peuple in Dour en het Mundaneum in een voormalig art-decowarenhuis in Mons gelden als toppers in het Waalse landsgedeelte.
Eén conclusie dringt zich in deze op: u kan nog veel daguitstappen in het spoor van art deco op touw zetten…
Praktisch:
* gegidste art-decowandelingen in Brussel vind je onder meer hier: https://civa.brussels/nl/civa, https://korei.be/ons-aanbod/groepen/rondleidingen-en-interieurbezoeken-in-brussel-lijst/het-interbellum, https://arkadia.be/fr/categorie/art-deco-2025 (Franstalige gidsbeurten)
https://www.banad.brussels en Open monumentendagen (www.brussel.be/heritage-days) focussen op art nouveau/art deco
* de toeristische diensten van de andere vermelde locaties (Mechelen, Sint-Niklaas, Knokke, Oostende, Wallonië) kunnen helpen bij het uitstippelen van uw lokale wandelingen
* https://villaempain.com, https://residencepalace.be, https://lesmaisonscab.com/nl/maison/le-paquebot/
Deze locaties kan je ook afhuren!
* Kunstige art deco in Villa Empain, Sint-Gorikshallen (https://sintgorikshallen.be), Van Buuren (www.museumvanbuuren.be/nl/), Jubelparkmusea (www.artandhistory.museum/nl), BelVUE museum (www.belvue.be)
* U kan ook naar Parijs. Vanaf eind oktober 2025 wordt de presentatie van de art-decoverzameling van het Musée des Arts Décoratifs vernieuwd: https://madparis.fr Dichterbij is de art-deco Villa Cavrois in Roubaix (www.villa-cavrois.fr/nl) ook het ontdekken waard.
* Erik Brusten is reisjournalist met een lange staat van dienst voor diverse media en publikaties. Hij is onder meer actief voor Travel Express/travellikeapro.be, Pasar, Artsenkrant. Hij heeft ook een boek gepubliceerd over Belgische sporen in het buitenland: www.facebook.com/tussenreisenroots
Tekst: Erik Brusten