Now Reading
Tanzania

Tanzania

De meest noordelijke strook van Tanzania, aan de grens met Kenia en met de Kilimanjaro als hoge oppergod, is een schitterend decor voor wie houdt van weidse safari’s met een massa beesten en luxury aficionados lodges, maar evengoed wil proeven van authentieke culturele ervaringen. Jambo!

In het heelal is het alle dagen bal en in Tanzania is het elke ochtend verkwikkend fris. Het is dan ook juni – de ideale periode voor dit soort tochten – maar het heeft er evengoed mee te maken dat we ons op 2450 meter hoogte bevinden. De Ngorongorokrater is een gebied van mateloze schoonheid. Stel je even voor dat de Kilimanjaroberg zou imploderen – wel, dan krijg je dit: een intacte caldera of ingestorte vulkaankegel. Dit is trouwens de grootste ter wereld, en is vermoedelijk twee miljoen jaar geleden ontstaan uit een vulkaan die zo’n vijf kilometer hoog geweest moet zijn. De krater heeft een doorsnee van twintig kilometer en de kraterbodem een oppervlakte van ca. 260 vierkante kilometer. De rand van de krater ligt zeshonderd meter boven de kraterbodem. Daardoor ontstaan binnenin verschillende klimaatzones.

De Ngorongoro-krater is een gebied van mateloze schoonheid

In het midden – als ware het een soort podium – ligt een verblindend zoutmeer. “En… er zijn nog uitzonderlijke kenmerken”, vertelt gids en chauffeur Richard ons terwijl we van een glas heerlijke Zuid-Afrikaanse chenin blanc tijdens de lunch nippen. “De hoge en steile kraterwand schermt het gebied grotendeels af tegen de toevallige migratie van andere dieren. De leeuwenbevolking bijvoorbeeld vertoont daardoor een sterke inteelt. Het resultaat: binnenin leeft ondertussen een afgesloten populatie van naar schatting 25.000 grotere zoogdieren. Daarmee is dit één van de dichtstbevolkte wildgebieden ter wereld.” Ook opmerkelijk, beneden in die gigantische krater stijgt de temperatuur en neemt de wind af. De Ngorongorokrater was deel van het Serengeti-natuurreservaat sinds zijn ontstaan in 1951, maar werd in 1959 een zelfstandig natuurgebied. Sinds 1979 staat de krater op de Unesco-Werelderfgoedlijst.

Enkele uren later hebben we gezien wat Richard ons vanmiddag vertelde. Bijna alle grote Afrikaanse dieren komen voor in de krater: zebra’s, gnoes, zwarte neushoorns, olifanten, leeuwen, jachtluipaarden, en massa’s nijlpaarden. Een opvallende afwezige is de giraf: door hun lange nek en lange poten hebben die de steile afdaling naar de bodem van de krater nooit kunnen maken. “Ook krokodillen, impala’s, lierantilopen en oribi’s komen niet in de krater voor”, verduidelijkt Richard. Net voor zonsondergang bollen we, na een spectaculair mooie rit, langs de Maasai-dorpen in de regio. De Maasai is de naam die wordt gegeven aan een grotendeels nomadisch volk in Oost-Afrika, voornamelijk woonachtig in Kenia en Tanzania. De 900.000 Maasai slaagden erin om, ondanks de groeiende moderne beschaving, hun eeuwenoude tradities te bewaren. Vee is voor de Maasai onontbeerlijk. Ze eten het vlees, drinken het bloed en de melk, en gebruiken de huiden voor huizen. En van de botten produceert men werktuigen en kammen.

The garden of Eden

En dan met plezier terug naar dé lodge van deze reis: The Highlands. Wow, een juweeltje, een blikvanger, een vlaggenschip. Hier geen klassieke tenten, maar domes in canvas, of iglo’s in de bush, zoals je wil. Omwille van de koude nachten staat er zelfs een houtstoof in je kamer en liggen er bush baby’s (warmwaterkruiken) in bed. De publieke ruimtes worden ook allemaal gezellig bijverwarmd met hout.

The Highland won reeds talrijke prijzen en is dan ook een topper in het Asilia-portfolio, ook wat staff, service en maaltijden betreft. We zullen hier, aan de weidse rand van de krater, de ganse reis blijven. Terwijl buiten de zon vuurrood onder de horizon duikt en in het kamp de gaslampen aangestoken worden, douchen we het kraterstof van ons af. Daarna wordt verbroederd rond een groot vuur in de boma met de andere gasten, allemaal reizigers pur sang die nog intens nagenieten van het unieke decor.


Ook de volgende dagen besteden we aan het ware safariwerk, de essentie van de reis. Stille hoop: een stukje van de migratie zien. Dat betekent: rondtoeren, veel stoppen, observeren. Safari betekent dan ook ‘journey’, ‘de dag’ in het Swahili. We schakelen onszelf in slow modus en proberen te leven op het ritme van de jungle. Ons niet druk maken over wat we nog allemaal zouden willen zien, maar gelukkig zijn met wat je voorgeschoteld krijgt. Je nestelen in de stilte. Breng ons nog een koude pils!” Hakuna matata!

_Tekst: Gerrit Op de Beeck
_Fotografie: Gerrit Op de Beeck & Shutterstock

Scroll To Top
Processing...
Thank you! Your subscription has been confirmed. You'll hear from us soon.
Nieuwsbrief Bo Magazine
Schrijf je nu in!
ErrorHere